Het levensverhaal van Concertgebouw directeur Dolf van Dantzig
‘Zijn dagen zijn gevuld met hindernissen, hij krimpt en kromt almaar.’ Uit de nevels van de dementie haalt Marre van Dantzig fragmenten uit het leven van haar in 2006 overleden vader naar boven. Dolf van Dantzig was zakelijk leider van het Concertgebouw(orkest[red.]) tussen 1968 en 1983, een baan die hem tot zijn eigen verbazing was toegevallen. Hij had toen al een gevarieerd, werkzaam verleden in Azië achter de rug, onder meer als medewerker van de afdeling verkoopbevordering en publiciteit bij een oliebedrijf.
Naarmate de schrijfster meer het verleden induikt, zie je een kleurrijke en avontuurlijke man oprijzen uit gesprekken, brieven, foto’s en herinneringen. De oorlogstragiek van zijn Joodse familie kwam zelden ter sprake: te pijnlijk. Hij vierde het leven in huize Van Dantzig in het bewustzijn dat hij een overlevende was dankzij een hachelijke vlucht naar Zwitserland. Er kwamen boeiende personen over de vloer, onder wie veel musici zoals de Russische dirigent Kirill Kondrasjin. Hij helpt hem met een asielaanvraag.Geregeld tekenen kinderen het verhaal van (een van) hun ouders op, maar zelden gebeurt dat zo afgewogen en vol mededogen als in Zolang niet alles is verteld. Het enerverende verleden en het broze, door parkinson afkalvende heden, lopen fragmentarisch door elkaar, gevat in lichte, haast poëtische zinnen. ‘Zolang niet alles is verteld, kan hij me niet verlaten’, schrijft dochter Marre in een van de eerste hoofdstukken, als ware het een bezwering. Voor de lezer vertelt ze precies genoeg.
(Recensie door Nell Westerlaken, gepubliceerd in De Volkskrant op 24-08-2013)