Een wetenschapper denkt de oorsprong van de moraal, van goed en kwaad, ontdekt te hebben in de hersenen.
Dat opent grootse perspectieven.
Misdaad en ander amoreel gedrag kan worden voorspeld en uitgebannen. Maar wetenschapper John Winkle, een Amerikaan in Nederland, loopt tegen problemen aan voordat hij zijn idee op een of andere manier tot nut kan maken. Die hebben te maken met zijn dochter, die een verhouding begint met een allochtoon, actievoerders die zijn onderzoeksmethoden bestrijden en menselijke proefkonijnen die hem bedreigen. De inlichtingendienst is zeer geïnteresseerd in zijn bevindingen en zit hem op de hielen…
Lees de hele recensie op Boekenstrijd