Zoals een gedicht zijn oorsprong kan vinden in een enkel woord, zo laat zij zich bij het schilderen leiden door een toevallige vorm die op het doek ontstaat. Vanuit het bestaande schept zij een nieuwe werkelijkheid die inspireert tot verbeelding, een werkelijkheid die zich niet meteen gewonnen geeft.
“Door het schrijven van gedichten probeer ik de essentie van wat ik om mij heen zie gebeuren in taal te vatten. Zo kan ik een plek bieden aan dat wat ik niet begrijp, niet kan zeggen, aan dat wat schrijnt. Mijn schilderijen ontstaan vanuit dezelfde behoefte. Met lijnen, vormen en kleuren probeer ik ruimte te verbeelden. Ruimte die ik zelf nodig heb om uit te stijgen boven de drukke leegte van het dagelijkse dwingende moeten.
Soms is een woord of een beeld de druppel op het raam waardoor je het bekende opeens anders ziet. Zo’n druppel volgt een niet bestaand pad, stokt zo nu en dan, rolt verder. Zo ontstaat een gedicht: in vorm en inhoud de onvoorspelbare tocht van mijn gedachten.
Deze bundel draag ik op aan mijn kinderen. Ook zij zijn druppels die elk een eigen pad volgen. Door hen heb ik mijn weg gevonden en heb ik vorm gekregen. Door hen weet ik dat ik ben en geweest moet zijn. Door hen kan ik druppels vangen.”
ISBN | 9789080564275 |
NUR | 306 |
Pagina's | 80 |