Marjolijn de Jong-Markus (1961) werkte 25 jaar in de gezondheidszorg. Op het moment dat haar vader de eerste verschijnselen van dementie ging vertonen, legde ze zich vol passie toe op de zorg voor hem en hield ze via een mailwisseling familie en vrienden op de hoogte van zijn ziekteproces. Deze eerste notities vormden het idee voor dit boek dat ze wilde schrijven als eerbetoon aan haar vader. Niettemin werd het daarnaast ook een boek dat veel inzicht biedt in de ontwikkeling van dementie in het algemeen en hoe je als familie en vrienden met het veranderende gedrag van een dierbare persoon kunt omgaan. Daarmee richt de auteur bovendien onbewust een schijnwerper op de mantelzorg als onmisbare schakel tussen patiënt en het medisch circuit.